Food and the city

Publicatie

'Foerageren of fabrieksworst': de beste essays over het voedselsysteem

De vierde Flevo Campus essaybundel is een feit. In negen prikkelende essays krijg je een beeld van het 'verleden, het heden en de toekomst van het stedelijk voedselsysteem' – het thema van deze bundel en de essaywedstrijd die vorig jaar gehouden werd.
  •  Leestijd 5 minuten
Mock up Foerageren of fabrieksworst

Deze uitgave is alweer de vierde essaybundel in de reeks De buik van de stad, ook wel bekend als het Flevo Campus jaarboek. Zoals elk jaar betreft het een selectie van speciaal geschreven essays over het eten van de stedeling. Want die stedeling, die houdt ons bezig. Die is een vreemde disgenoot.

Mensen wonen, maar als het op de voedselvoorziening aankomt, zijn steden nogal ingewikkeld. Je vindt er heel veel hongerige monden en er is niet genoeg ruimte om voedsel te produceren. Je zet een omvangrijk systeem op om mensen te eten te geven.

Tegenwoordig wonen er ook nog eens meer mensen in steden dan erbuiten. Het voedsel dat de stadsbewoners van de wereld voedt, komt anno 2022 van over de hele wereld. Daarmee raakt de stedeling meer en meer losgezongen van de oorsprong van zijn voedsel. En daarmee worden gebruiken, tradities en de ontworpen omgeving steeds belangrijker voor de manier waarop mensen eten en wat ze eten.

Foerageren of fabrieksworst? Nu te koop

Flevo Campus vraag elk jaar de beste schrijvers, wetenschappers en betrokkenen uit om hun visie op het voedselsysteem te geven. Foerageren of Fabrieksworst? is de vierde essaybundel in die serie. De voorpublicaties op De Correspondent, The Guardian en in Vrij Nederland geven vast een voorproefje en garanderen de kwaliteit van de inhoud.

Wil je zelf alle negen essays lezen? Dat kan. Koop de bundel via Libris.

Met essays over…

In Foerageren of fabrieksworst lees je over de geschiedenis van volkstuintjes van landbouwhistoricus Yves Segers. Het essay van Esther Veen (lector stedelijke voedselvraagstukken) haakt hier bij aan en laat zien dat de intrinsieke waarde voor een stad van (amateur) telers binnen de stadsgrenzen enorm kan zijn.

Die wens om de oorsprong van je voedsel tastbaar te maken is ook duidelijk zichtbaar in het essay van Hiske Versprille over het fenomeen Noma. Het wereldberoemde Kopenhaagse restaurant met die naam heeft een ongekende stempel op de moderne eetcultuur gedrukt. Vaak echter, is authenticiteit tegenwoordig helemaal niet echt, maar geveinsd. Neem het voorbeeld van de rookworst: een winterse lekkernij die ‘echt Hollands’ zou zijn. Maar als je een rookworst koopt, is die meestal afkomstig van grote ondernemingen als Unox en de Hema. Je leest er alles over die paradox in de kleine geschiedenis van de rookworst waarmee geschiedenisstudenten Amber Striekwold en Hannah de Korte de essaywedstrijd van Flevo Campus in de studentencategorie wonnen.

Ook Ellen Mangnus en Floris Visser vielen in de prijzen. Mangnus is ontwikkelingsfilosoof en onderzocht hoe voedsel in een moderne, stedelijke voedselcultuur de gemene deler is die mensen van alle achtergronden bindt. Maar voedsel kan ook tot splijtzwam worden gemaakt: iets waarin mensen hun verschillen benadrukt zien. Floris Visser schreef een bijna politiek pamflet waarin hij betoogt dat voedsel een publieke zaak is. Visser vindt dat er een maatschappelijke voorziening moet komen om mensen op een fatsoenlijke manier te eten te geven, zoals we die ook voor wonen (sociale woningbouw) en reizen (openbaar vervoer) hebben. Fun fact: op weekenddagen brengt Visser zijn visioen reeds in de praktijk in Almere.

Hoogleraar rechten Brigit Toebes onderzocht wat het voor het voedselsysteem betekent dat Nederland (en vele andere landen) mensenrechtenverdragen hebben ondertekend. Dat zijn immers juridische documenten waarmee de ondertekenaars beloven hun bevolking van ‘goed voedsel’ te voorzien. Maar wat betekent dat? Jos Spijkerman won in de categorie onderzoek met een essay over de vraag waarom dopertjes en worteltjes in vredesnaam bij elkaar in een potje zouden moeten zitten. En dan is er natuurlijk nog Bee Wilson, de Britse journalist en auteur die al zeven boeken over voedselgerelateerde onderwerpen schreef. Juist in een tijd waarin veel mensen door Covid-besmettingen niet meer goed kunnen ruiken en proeven, legt zij de vinger op de zere plek. In de stadse supermarkt zijn onze zintuigen niet meer nodig. Maar, zo betoogt Wilson overtuigend, juist onze zintuigen kunnen ons helpen beter te gaan eten.

Daarmee biedt deze vierde bundel weer een ongekend divers palet aan smakelijke essays.

Presentatie

Op 13 mei wordt de bundel gepresenteerd in Almere. Wil je erbij zijn, laat het ons weten. We sturen je een persoonlijke uitnodiging.

Cookie toestemming
We gebruiken geanonimiseerde tracking cookies op onze website