Food and the city

Nieuws

Nieuw gebouw Aeres Hogeschool broedplaats voor verduurzaming voedselsystemen

Het fonkelnieuwe pand van de Aeres Hogeschool in Almere bruist van de mensen. De circulaire bouw roept bij aankomst al een duidelijk thema op: groen. Het is dan ook niet voor niets het ontvangstgebouw van de Floriade 2022. Het pand bevindt zich op het Floriadeterrein, en zal ook na de expo fungeren als de groenste hogeschool van Nederland. Maar niet alleen de constructie straalt duurzaamheid uit. Ook onder studenten en docenten is dit hét thema waar iedereen zich mee bezig houdt.
Aeres-University_green-facade

“De school was zo nieuw, dat de bordjes voor de lokalen er nog niet eens hingen. Daardoor raakte ik regelmatig verdwaald.”

Eenmaal binnen is te zien dat alle hoekjes in gebruik zijn door discussiërende studiegenoten, bevlogen docenten en behulpzame medewerkers. Her en der lopen nog wat bouwvakkers rond die de puntjes op de i zetten.  De 26-jarige student Rob van Hooijdonk is in september begonnen met zijn Master Food Systems Innovation. Hij vertelt dat het soms even zoeken was:  “De school was zo nieuw, dat de bordjes voor de lokalen er nog niet eens hingen. Daardoor raakte ik regelmatig verdwaald.”

Wormenhotel

Van Hooijdonk is tijdens zijn studie al volop bezig met het innoveren van voedselsystemen. In zijn dagelijkse leven past hij dit ook toe. Hoe hij dat dan precies doet? “Ik bestelde honderd wormen online, en nu heb ik mijn eigen wormenhotel.” Hij moet er zelf ook om lachen. “Je kunt het zien als een soort composthoop. Ik leeg er mijn groene afval in en de wormen composteren dat.”

“Ik vermijd het woord ‘consument’. Ik heb het liever over ‘eters’."

Diversiteit in Almere

De studenten van de hogeschool zijn niet de enigen die constant nadenken over hoe we ons voedsellandschap meer circulair kunnen inrichten. Aeres heeft zelfs een lectoraat Stedelijke Voedselvraagstukken opgezet, waar Dr. Esther Veen sinds juli onderzoek doet naar voedsel in een stedelijke context. “Ik richt me op menselijke routines, en hoe deze kunnen veranderen,” legt ze uit. “De Almeerse bevolking is heel divers, met verschillende etnische achtergronden. Dit maakt het interessant om te kijken naar alle variaties in routines, en hoe je deze kunt aanpassen.”

Op de vraag hoe we consumentengedrag kunnen veranderen, is ze heel duidelijk: “Ik vermijd het woord ‘consument’. Ik heb het liever over ‘eters’. Als je het hebt over consumenten, klinkt het zo passief. Alsof we alleen maar onderuitgezakt op de bank consumeren. Terwijl iedere consument tegelijkertijd ook producent is. Voedsel is meestal niet iets dat je koopt en direct consumeert. Tenzij je iedere dag naar de McDonald’s gaat. Vaak moet je iets met je voedsel doen voordat je het consumeert. Zelfs het smeren van een broodje valt eigenlijk al onder produceren.”

Veen legt uit dat routines vaak heel langzaam veranderen op individueel niveau, maar ook op maatschappelijk vlak. “Iedere ochtend haal ik op het station een kopje koffie. Dat is mijn persoonlijke routine. Maar toen ik dat laatst deed, viel het me op dat er een veganistisch saucijzenbroodje te koop was. Dat is iets waarvan ik me tien jaar geleden nog niet kon voorstellen, dat daar nu zoveel draagvlak voor zou zijn. Dat is dus een maatschappelijke routine die langzaamaan is veranderd.”

Discussiëren over voedsel

Door het internationale karakter van een aantal studies op de hogeschool, waaronder Food Systems Innovation, komen er veel verschillende standpunten vanuit allerlei nationaliteiten aan bod. Van Hooijdonk vertelt dat bijna de helft van zijn klas uit internationale studenten bestaat.

“Mijn studiegenoten komen uit Nigeria, Ghana, Pakistan, Duitsland, België en Argentinië. Daardoor ontstaan er interessante discussies over voedselontwikkeling in Europa in vergelijking met bijvoorbeeld Afrika. Na de Tweede Wereldoorlog was er een duidelijk thema in Europa: nooit meer honger. Hierdoor zijn we veel gaan overproduceren. Mijn studiegenoten voeren nu veel gesprekken hoe je in Afrikaanse landen die stap van overproductie kunt overslaan en direct duurzamer kunt gaan produceren.”

— Student Jan van Hooijdonk

Er loopt een klasje studenten met microscopen langs. Direct daarna volgt een groep ondernemers uit de provincie die een rondleiding krijgt door het gloednieuwe gebouw. Een van de passanten legt uit dat het groene dak regenwater opvangt en opslaat voor de beplanting op de groene gevel. Het is duidelijk dat het hogeschoolgebouw ruimte en inspiratie biedt aan iedereen die geïnteresseerd is in duurzaamheid op micro- en macroniveau.

Dit artikel is origineel geplaatst op Almere.nl. Dit artikel vind je hier.

Cookie toestemming
We gebruiken geanonimiseerde tracking cookies op onze website