Food and the city

Rapport

Hoe voedselverspilling werkt

Nederlanders verspillen gemiddeld 33,4 kilo voedsel per persoon per jaar - dat is bijna 9 procent van al het voedsel dat ze kopen. Om dat tegen te gaan is het noodzakelijk dat we begrijpen waaróm mensen voedsel weggooien. Op initiatief van Flevo Campus en Stichting Samen Tegen Voedselverspilling (STV) is dit onderzocht bij twee specifieke doelgroepen. De resultaten zijn te lezen in twee rapporten.
Brood in verschillende mate getoast (decoratief)

Iedereen gooit weleens eten weg. Maar de een meer dan de ander, en vaak om heel verschillende oorzaken. Wil je voedselverspilling aanpakken, dan zul je moeten begrijpen hoe voedselverspilling bij verschillende mensen met verschillende culturele achtergronden werkt. En daar hebben voedselverspillingexperts vooralsnog weinig zicht op.

Daarom hebben onderzoekers van Aeres Hogeschool Almere, ondersteund door de Wageningen Universiteit, de Stichting Samen Tegen Voedselverspilling en het Voedingscentrum de afgelopen maanden onderzoek gedaan naar voedselverspilling bij specifieke doelgroepen. Doel van het project was om meer inzicht te krijgen in welke rol voedselverspilling speelt in de dagelijkse routines van Nederlanders met een migratieachtergrond, welke interventies hen mogelijk kunnen helpen voedselverspilling te verminderen, en welke manieren zij gebruiken om verspilling te voorkomen die voor andere groepen ook waardevol kunnen zijn. Die kennis kan helpen campagnes tegen voedselverspilling beter te laten aansluiten bij de leefwereld en gebruiken van Nederlanders met verschillende achtergronden: het is goed denkbaar dat de huidige campagnes niet voor alle Nederlanders passend en herkenbaar zijn.

Aangezien Almere rijk is aan culturele achtergronden (niet minder dan 44 procent van de Almeerders heeft een migratieachtergrond) is het een goede stad om dergelijk onderzoek te doen. Het eerste onderzoek richtte zich op mensen met een Surinaamse achtergrond omdat die groep het grootst is in Almere. Daarnaast hebben de onderzoekers ervoor gekozen om zich op gezinnen te richten, omdat uit onderzoek bekend is dat gezinnen met kinderen de grootste verspillers zijn. En omdat de meest verspilde productgroep brood en deegwaren is, richtte het onderzoek zich hierop. 

Het tweede onderzoek richtte zich op een heel andere doelgroep, namelijk middelbare scholieren. Dat is een notoir lastig te bereiken doelgroep wiens ontluikende zelfstandigheid zich soms manifesteert door voedselkeuzes tijdens schooltijd. Waar middelbare scholieren thuis meestal niet kunnen bepalen wat er gegeten wordt, kan dit tijdens schooltijd vaak wel. De kantine, maar ook winkels en horeca die bereikbaar zijn in de pauze, bieden de jongeren autonomie. Dat de meegenomen boterhammen soms worden weggegooid als er iets lekkerders beschikbaar is, past bij het beeld dat we hebben van deze doelgroep. Maar het onderzoek laat ook zien waar nuances liggen in dit beeld en waar kansen liggen om juist op deze punten te kunnen aansluiten bij de belevingswereld van de middelbare scholieren. 

Op deze manier willen de onderzoekers, de betrokken instanties en Flevo Campus bijdragen aan minder voedselverpilling.

Cookie toestemming
We gebruiken geanonimiseerde tracking cookies op onze website