Bean Fight!
Dit is de hoofdvraag tijdens ‘Kerstboon‘, de tweede bijeenkomst die Flevo Campus en Pakhuis de Zwijger organiseren in het Boon van de Toekomst programma. Volgende week donderdag komt een bonte verzameling van culinaire inspirators, chefs, productontwikkelaars en voedseltechnologen samen in Amsterdam om de onvoorstelbare diversiteit in het bonenaanbod in perspectief te plaatsen. En om samen te onderzoeken wat de beste methode is om ‘de Nederlander’ (en in navolging daarvan ‘de wereld’) weer volop aan de boon te krijgen.
Want bonen zijn zo’n beetje goed voor alles: de volksgezondheid zou er wel bij varen – bonen zijn rijk aan eiwitten, mineralen en vezels. Maar ook voor het klimaat en de biodiversiteit bieden bonen grote voordelen. Geen wonder dus dat overheden, kennisinstellingen en NGO’s vol inzetten op een toename in de consumptie van peulvruchten (bonen en peulvruchten worden hier door elkaar gebruikt, maar als je wilt weten hoe het er echt mee zit, klik dan op deze link naar het missiestuk hiernaast). Met ambitieuze rapporten wordt ons voorgehouden dat ons menu in 2030 voor 50% uit plantaardige eiwitten bestaat.
En waarom niet? Nederland is van oudsher een echt bonenland. Een onwaarschijnlijke hoeveelheid soorten bonen werden en worden er in Nederland geteeld. Vroeger hadden veel dorpen een eigen lokaal geteelde boonsoort.
Bovendien zijn er nieuwe uitvindingen: bonen blijken een uitstekende grondstof te zijn voor vegetarische burgers en ander ‘nepvlees’. Met moderne technieken kan de structuur van vlees – notoir lastig na te maken – heel aardig benaderd worden. En met een ongekende hoeveelheid smaakmakers kunnen bonen een nieuw, duurzaam en nauwelijks van echt te onderscheiden alternatief voor melk, kaas, vlees of vis zijn.
Maar… de praktijk is weerbarstig. Vooralsnog neemt het aandeel bonen in ons dieet alleen maar af.
Dus hoe zit het? Worden de ambitieuze doelen van overheden, kennisinstellingen en NGO’s werkelijkheid? En zo ja, hoe dan: leren we de Nederlander weer koken?
- Zal hij/zij in 2030 de subtiele smaakverschillen tussen citroenboontjes, Friese gele woudbonen, groene erwten en kievitsboontjes kennen en er lustig zelf mee koken?
- Zullen chefs en restaurateurs een belangrijke rol spelen en de culinaire eigenschappen van de enorme hoeveelheid bonen en peulvruchten ten volste inzetten in de horeca?
- Grist de consument nieuw ontwikkelde convenience producten mee om gemakkelijk zelf mee te koken?
- Of pikt de duurzame consument van de toekomst een bonen-biefstukje op uit de super die hij vervolgens in vegetarische margarine goudbruin bakt – niet van echt te onderscheiden?
Tijdens de tweede bijeenkomst over de Boon van de Toekomst krijg je de kans om verschillende bonen te proeven en om argumenten voor de weg naar een grotere boonconsumptie naast elkaar te horen.
Tradities en gewoonten
Waarom heet het liveprogramma van Pakhuis de Zwijger en Flevo Campus Kerstboon? Wel: het kerstdiner is natuurlijk traditiegetrouw een moment om vlees te eten. En daar is misschien niet eens zoveel mis mee, maar het punt is: het is voor veel mensen zo’n beetje elke dag traditie om vlees te eten. En daar is wel van alles mis mee.
Bonen zijn een uitstekend alternatief voor de eiwitten die we in ons dieet moeten hebben (anders worden we ziek). De vraag die we in programma stellen is: welke manieren zijn er om meer bonen in ons dieet te krijgen? Want er leiden verschillende wegen naar Rome.
Maar eigenlijk beginnen ze allemaal met het doorbreken van ingesleten tradities en gewoonten. En dat is notoir lastig. Misschien kunnen we dit jaar met kerst een poging wagen: laten we de dierlijke eiwitten vervangen voor bonen. Of in ieder geval een deel. Of – als zelfs dat nog een te grote stap is – tenminste óók bonen op tafel zetten. Want kerst is een tijd van contemplatie. En vrede op aard.
Let’s give peas a chance!